Microsoft kwam begin van dit jaar met een opvallend bericht naar buiten. De Amerikaanse technologiereus claimde door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie, vaak afgekort tot AI (artificial intelligence) een doorbraak te hebben bereikt in het vinden van een nieuwe combinatie grondstoffen voor het produceren van oplaadbare batterijen. Wereldwijd zijn wetenschappers druk doende om de ideale batterij-samenstelling te vinden. Voor de energietransitie zijn veel metalen nodig die lastig te winnen zijn. Zeker omdat mijnbouw vaak ten koste gaat van mens en milieu.
De door Microsoft ontworpen batterij heeft 70 procent minder lithium nodig dan de huidige variant. Het bijzondere aan het bericht was dat met behulp van supercomputers en AI er razendsnel 32 miljoen verschillende combinaties werden beoordeeld op toepasbaarheid. Uiteindelijk bleven minder dan 20 combinaties over die in laboratoria verder zijn onderzocht. Dit hele proces heeft minder dan negen maanden geduurd.
Door in een zeer korte tijd miljoenen combinaties te vergelijken is in het uiteindelijke resultaat een moeilijk te winnen grondstof vervangen door het zeer gemakkelijk verkrijgbare natrium. Op voorhand hadden wetenschappers deze samenstelling met natrium niet als een waarschijnlijk succesvolle combinatie beoordeeld.
Artificial intelligence is inmiddels niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan. Waar de een de oneindig nieuwe toepassingen toejuicht maakt de ander zich zorgen over de onheilspellende scenario’s dat AI een eigen realiteit wordt die het in de toekomst gaat winnen van onze menselijke identiteit.
AI kan worden beschouwd als het automatiseren van onze denkkracht. Begin negentiende eeuw is de industriële revolutie ontstaan door de automatisering van onze spierkracht. Hierdoor hebben we een majeure sprong in welvaart en welzijn weten te creëren. De algemene opvatting is dat met het automatiseren van onze denkkracht de gevolgen voor onze samenleving een veelvoud hiervan zullen zijn.
Soms zou je willen dat iets een grap was. Maar afgelopen 1 april had Nederland zijn eigen Overshoot Day. Concreet houdt dit in dat als de hele wereld onze levensstijl zou nabootsen, we inmiddels vier planeten nodig zouden hebben om al onze activiteiten te kunnen laten plaatsvinden. In één jaar tijd is onze Nederlandse ecologische voetafdruk met bijna een halve planeet toegenomen. De zaken waarmee we als samenleving worden geconfronteerd zijn dermate complex dat het lijkt dat we niet of nauwelijks in staat zijn om de juiste keuzes te maken. Neem de steeds verder toenemende kloof tussen arm en rijk, waarbij een groot deel van de bevolking moeite heeft om maandelijks de eindjes aan elkaar te knopen. Nadenken over verdelingsvraagstukken waarbij ook een rol is weggelegd voor diegene die nog geboren moeten worden is voor deze groep dan ook niet vanzelfsprekend.
We zijn niet in staat om rekensommen te maken waarbij we de belangen van toekomstige generaties meenemen in de verdeling van welvaart. Het is een uitruil over de tijd. De vraag hierover lijken we als samenleving niet te kunnen beantwoorden. Discussies aan opinietafels worden op het scherpst van de snede gevoerd en vaak op of over het randje van respect.
Kan AI hiervoor een oplossing bieden? Kunnen we miljoenen combinaties laten doorrekenen waarbij we een optimale combinatie ontdekken over hoe we welvaart en welzijn verdelen over de huidige bevolking en toekomstige generaties. Wellicht komt er een optimale mix uit van maatregelen die we op voorhand niet als zeer waarschijnlijk zouden hebben beschouwd.
Barack Obama, oud-president van de Verenigde Staten, heeft zeer regelmatig de volgende uitspraak gedaan: „We zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering aan den lijve ondervindt, en de laatste die er iets aan kan doen”. En daarbij kan een vleugje kunstmatige intelligente de wereld vooruit helpen.