Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de Club van Rome het rapport “Grenzen aan de groei” uitbracht. De Club van Rome was enkele jaren eerder opgericht door een aantal Europese wetenschappers om hun bezorgdheid over de toekomst van de wereld voor het voetlicht te brengen. Inmiddels staat vast dat het rapport akelig accuraat bleek te zijn.
Voor het eerst werd een verband gelegd tussen economische groei en de gevolgen hiervan voor het milieu. Er werd een somber beeld geschetst van de in een aantal decennia oprakende grondstofvoorraden. Na de publicatie ervan kwamen al snel andere wetenschappelijke rapporten naar buiten die de scherpe kantjes ervan wisten af te halen. Het rapport, weliswaar op de achtergrond aanwezig, werd nooit leidend in het publieke debat en diende nooit als basis voor politieke besluitvorming.
Wetenschappers dachten in eerste instantie dat er voldoende tijd resteerde om adequate oplossingen te bedenken voor de opwarming van onze planeet en het verlies aan biodiversiteit. Echter ze zagen een wezenlijk deel over het hoofd, namelijk ons gedrag. Tot uitdrukking komend in een egocentrische consumptielevensstijl en het hebben van een zekere mate van apathie voor de problemen van later. De oplossing ligt derhalve niet zo zeer aan de wetenschappelijke maar veel meer aan de spirituele en transformatieve kant.
Dit jaar valt de Earth Overshoot Day op 28 juli. Dit is de dag waarop de mensheid wereldwijd evenveel grondstoffen en voedingswaren heeft verbruikt als de aarde in één jaar tijd kan leveren. Impliciet doen we alsof we 1,7 planeet tot onze beschikking hebben. De Nederlandse Overshoot Day viel op 12 april. Als de hele wereld onze levensstijl zou nabootsen zouden we inmiddels 3,6 planeet tot onze beschikking moeten hebben.
Het nemen van onze verantwoordelijkheid naar toekomstige generaties hebben we decennialang voor ons uitgeschoven. Politici wilden zich niet in een vroegtijdig stadium branden aan maatregelen die de problemen nog in de kiem konden smoren. Rechtelijke uitspraken zetten dezelfde politieke partijen nu met de rug tegen de muur en een kat in het nauw maakt rare sprongen. In plaats van een totaaloplossing te presenteren worden er nu delen van de samenleving verantwoordelijk gemaakt voor een probleem dat ons allen aangaat. We worden nu hardhandig geconfronteerd met de grenzen van onze groei en de grens van onze planeet.
Milieuschade die niet in de prijsvorming tot uitdrukking komt is een groot probleem. Bodem, water en lucht raken steeds meer verontreinigd. Wanneer de vervuiler niet rechtstreeks of voor maar een klein deel wordt belast voor de schade die hij aanricht, ontstaat ecologische schade aan de leefomgeving. Als uitgangspunt kan de wet van Pigou worden genomen: beprijs de externe schade en laat de vervuiler betalen voor de vervuiling die hij aanricht. Arthur Cecile Pigou (1877- 1959) is een Engelse econoom die onder meer wordt gezien als de “vader” van de huidige milieuheffingen.
Een voorbeeld van het succesvol beprijzen van vervuiling is de heffing op plastic tasjes. Om plastic afval tegen te gaan en het bewustzijn bij consumenten te vergroten, stelde de Europese Unie in 2015 een richtlijn op om het gebruik van plastic tasjes terug te dringen. Vanaf 1 januari 2016 zijn winkeliers verplicht een vergoeding te vragen voor het verstrekken van een plastic tasje. Ondanks de schijnbaar kleine vergoeding van meestal € 0,10 is de uitgifte het eerste jaar met meer dan de helft teruggebracht en nu inmiddels ruim 6 jaar later worden er nog nauwelijks plastic tasjes uitgegeven.
Hoe groot zouden de wachtrijen bij Schiphol zijn als we de milieuschade van vliegen in de prijs van een ticket zouden laten terugkomen? Welk perspectief zou de biologische landbouw voorgeschoteld krijgen als we in staat zouden zijn om voordelen voor mens en natuur terug te laten komen in een lagere consumentenprijs?
Aangezien er meerdere wegen lopen naar Rome zullen we ook deze financiële weg dienen te bewandelen. Willen we ons gedrag daadwerkelijk veranderen dan ontkomen we niet aan het opwerpen van financiële drempels of het creëren van positieve prikkels. Op deze wijze dragen we allemaal ons steentje bij en worden we deel van de totaaloplossing voor het verduurzamen van onze samenleving.
Jack Cox is directeur van vermogensbeheerder Forza Asset Management en auteur van ‘Vlindereconomie’.
Column in De Limburger juli 2022