Het klimaatprobleem dwingt veel ondernemers en instanties om bezig te zijn met duurzaamheid. “In de financiële wereld heeft men het vaak over duurzaam beleggen. Daarmee wordt dan bedoeld dat bedrijven hun productieprocessen moeten verduurzamen en moeten nadenken over afvalverwerking, hergebruik en uitstoot. Het is steeds belangrijker om de eigen productie in kaart te brengen. Maar tegelijkertijd hoor ik niemand over het grotere plaatje, het financiële systeem. Daar wordt niet over gepraat, terwijl de financiële component er onlosmakelijk mee verbonden is. Als ik op internationale bijeenkomsten wel eens vraag: “Hoe kijken jullie tegen het financiële systeem op zichzelf aan?”, dan zeggen ze glashard, “Dat doen we niet. Dat zit niet in het framework”.
“Maar onze economie is eigenlijk heel raar ingericht. We hebben onszelf verplicht om 3% per jaar te blijven groeien om het vertrouwen te houden dat we onze schulden kunnen blijven betalen. 3% groei betekent iedere generatie of iedere 24 jaar een verdubbeling van de economie. Als je dat afzet tegen het feit van dat we op dit moment wereldwijd leven alsof we 1.7 planeet tot onze beschikking hebben, had ik zoiets van: iets klopt er niet. Daar ben ik me steeds meer in gaan verdiepen. Hoe kan het dat we denken dat we goed bezig zijn?”
Het in stand houden van onze economie gaat volgens Jack ook gepaard met vreemde maatregelen, die op de lange termijn de onderliggende oorzaken niet oplossen. “Tijdens de crisis van 2008 zijn veel maatregelen genomen, puur en alleen om een soort schijnzekerheid te creëren dat het weer goed gaat. Het oude patroon werd weer nieuw leven ingeblazen: een absurd lage rente om zoveel mogelijk te kunnen lenen. Maar als je geld leent, verplaats je eigenlijk een stukje toekomst naar het heden. Dat kun je natuurlijk niet blijven doen. We doen het ook in verhoudingen. Hoe groter een economie wordt, hoe meer je in feite kan lenen en hoe meer toekomst je dus naar het heden kan halen.
Maar feit blijft dat we maar één planeet en beperkte bronnen ter beschikking hebben. Ik ben na gaan denken over alternatieven en heb onderzoek gedaan naar eerdere ideeën van een aantal wetenschappers. Dat heb ik gecombineerd in het boek ‘Vlindereconomie’, waarin ik probeer op een hele begrijpelijke manier de toch wel lastige academische teksten te vertalen naar een taal die iedereen begrijpt.”
Het bewijs dat Jack in ‘Vlindereconomie’ aanhaalt opent bij veel mensen de ogen en maakt behoorlijk wat tongen los. “Na het lezen van mijn boek komen mensen vaak verontrust naar mij toe en stellen zich de vraag wat er overblijft voor hun kinderen en kleinkinderen. Als we zo doorgaan is het inderdaad een aantal generaties na ons op.
We nemen niet de verantwoordelijkheid om nú de juiste dingen te doen. Mij gaat het erom, dat we die versnelling eruit halen. Want als je maar 1% per jaar hoeft te groeien in plaats van 3%, dan betekent dat dat de economie pas na 72 jaar verdubbelt. Daarmee creëer je 48 jaar de tijd tot goede technologische oplossingen te komen voor het klimaatprobleem. Ik heb geprobeerd uit te zoeken hoe we die groei kunnen vertragen en kwam eigenlijk steeds uit bij het aflossen van bestaande schulden. Maar hoe leg je ineens 100 miljard euro op tafel om de staatsschulden mee af te lossen?”
Jack gaat verder: “Als je de staatsschuld van Nederland verdeelt over het aantal inwoners, dan heeft elke Nederlander €24.000 schuld. Je kunt dan niet zomaar zeggen dat iemand dat moet aflossen aan de staat. Voor de meesten is het onbetaalbaar, maar sommigen halen hun neus er niet voor op. Als iedereen 5% zijn vermogen zou afdragen, dan kun je tot een besparing komen waarmee je het groeitempo kunt beperken.”
Toch is daarmee de kous niet meteen af. Volgens Jack zitten er namelijk een aantal haken en ogen aan het blindelings aflossen van schuld. “Grote economieën om ons heen zouden dan moeten volgen, Nederland kan het niet alleen. Daarnaast wordt bij een tragere groei het verschil tussen arm en rijk groter. Daar moet je natuurlijk ook iets mee doen. Je kunt bijvoorbeeld een ecologisch inkomen invoeren. In feite een basisinkomen, maar dan iets positiever geformuleerd. Elke Nederlander zou dan een inkomen ontvangen waarmee het mogelijk is om een lage ecologische voetafdruk te hebben. We zouden daarmee eigenlijk veel meer in een community-achtige omgeving moeten wonen, waarbij we goederen delen.
Bij jongeren is er steeds meer een behoefte aan een deeleconomie. In Amerika zie je vaak volledige dorpen met tiny houses die op basis van een hele lage voetafdruk zijn gebouwd. Hoe groter die groep wordt, hoe makkelijker het ook wordt voor de groep die de huidige levensstijl in stand wil houden. Toch moeten we in beweging komen, want we doen alsof we het goed voor elkaar hebben, maar stiekem leven we in Nederland alsof we 3.5 planeet ter beschikking hebben.”
Econsenso vervult een nobele rol in het geheel. Jack doet er alles aan om zijn boodschap naar een zo groot mogelijk publiek uit te dragen. “Om een gedragsverandering teweeg te brengen, moet je eerst bewustzijn creëren. Een grote groep mensen zal eerst moeten begrijpen hoe de verbanden in elkaar steken en wat de risico’s zijn van de weg die we nu op economisch gebied bewandelen. Daarom heb ik ook het boek Vlindereconomie geschreven, waar geïnteresseerden op een toegankelijke manier die kennis kunnen opdoen. Met Econsenso wil ik dat idee graag verder overbrengen. Het zou mooi zijn als die bewustwording in het onderwijs kan worden doorgevoerd. Daarnaast zou ik graag samenwerkingen opzetten met overheden, maatschappelijke instanties en stichtingen die zich inzetten voor een duurzaam financieel systeem. Econsenso zou daar telkens een adviserende rol in kunnen vervullen, voorlopig vooral door middel van lezingen en prestentaties.”